Over de schepping van hemel en aarde kunnen we lezen in de Bijbel, in Genesis 1 en 2. Dit scheppingswerk heeft de HEERE gedaan. Hij zegt dit Zelf in Jesaja 45: 12: "Ik heb de aarde gemaakt, en Ik heb den mens daarop geschapen; Ik ben het! Mijn handen hebben de hemelen uitgebreid, en Ik heb al hun heir bevel gegeven."
In de Nederlandse geloofsbelijdenis (opgesteld in 1561 door Guido de Bres) wordt beleden waardoor God van ons wordt gekend. Hierin lezen wij: “Wij kennen Hem door twee middelen. Ten eerste door de schepping, onderhouding, en regering der gehele wereld; overmits deze voor onze ogen is als een schoon boek, in hetwelk alle schepselen, grote en kleine, gelijk als letteren zijn, die ons de onzienlijke dingen Gods geven te aanschouwen, namelijk Zijn eeuwige kracht en Goddelijkheid, als de apostel Paulus zegt, Romeinen 1:20; welke dingen alle genoegzaam zijn om de mensen te overtuigen, en hun alle onschuld te benemen. Ten tweede geeft Hij Zichzelven ons nog klaarder en volkomener te kennen door Zijn heilig en Goddelijk Woord, te weten, zoveel als ons van node is in dit leven, tot Zijn eer en de zaligheid der Zijnen.”
Wij kunnen dus in de ons omringende schepping opmerken dat er een scheppende, onderhoudende en regerende God is. Echter de kennis die nodig is om deze Schepper te kènnen, bezitten we helaas niet meer. Dat komt door de zondeval (Genesis 3). De kennis van een schèppende God kan ons niet zalig maken, hiervoor is Zijn Woord (de Bijbel) en Zijn Heilige Geest nodig. Die zaligmakende kennis is hierdoor “verkrijgbaar”, met eerbied gesproken. Alleen door Gods genade waarmee Hij zondaren opzoekt. Door het Middelaarswerk van Gods Zoon. Dit is het grootste wonder dat bestaat!