artikel in GEZINSGIDS 17 november 2011 Door W. Nijsink–Baan fotografie Samuel Otte
Het originele artikel kunt u ook als PDF lezen.Een galerie met schilderijen en een tentoonstelling van beeldende kunst. De ene mens raakt ervan in vervoering en de ander is er de deur niet voor uit te krijgen. Maar kunstschilder Kees den Braber is enthousiast: „Kijken naar kunst kan leiden tot verwondering.” „Mijn inziens moet kunst een bescheiden plaats innemen. Dit neemt niet weg dat ik veel plezier beleef aan schilderen” „Elke start van een schilderij is hetzelfde. Dat is namelijk de verwondering over de schepping”
Wie is Kees den Braber? Nadat kunstschilder en tekendocent Kees den Braber de pabo aan de Hogeschool Driestar te Gouda heeft afgerond, gaat hij eerst werken als leerkracht in het basisonderwijs. In de avonduren volgt hij de tweedegraads docentenopleiding voor tekenen aan de Hogeschool Rotterdam. Hierna volgt hij nog de eerstegraads docenten- en kunstenaarsopleiding aan de academie voor Beeldende Vorming te Tilburg, om vervolgens als tekendocent in het voortgezet onderwijs aan de slag te gaan. „Kunst kan mensen een andere kijk op de wereld geven. Daarnaast kan het bekijken of het maken ervan heel ontspannend zijn. Het kan verrassen en ontroeren. Goede kunst kan dit zelfs steeds opnieuw!” Enthousiast vertelt kunstschilder Kees den Braber wat kunst met hem en andere mensen kan doen. „Tegelijk is het voor een kunstenaar een spannend proces om dingen zo weer te geven zoals hij het voor zich ziet. Als het kunstwerk vervolgens de kijker raakt, is het geslaagd.”
"Het schilderij heet Stilleven met Engelse drop. Het is olieverf op paneel en meet 36x32 cm. Onze leesrichting is van links naar rechts. Ook de nerven in het hout gaan in deze richting. Ons oog gaat via de oplopende lijn van het blauwe kommetje naar de weckpot en naar het oude boekje erachter. Vandaar gaan we naar beneden naar de grote schelp en door de opvallende vormpjes en kleurtjes van de Engelse drop komen we weer bij het centrum uit. Zo langzaam als je dit leest, gaat ons oog natuurlijk niet door het schilderij. Dit gebeurt in een flits. In tegenstelling tot het landschap, dat ik aantrof, zijn de voorwerpen in het stilleven door mij bij elkaar gezocht en gerangschikt. Het opbouwen van de compositie en het leiden van het oog vind ik erg leuk. In dit werk ging ik bewust in tegen een belangrijke schilderregel, namelijk: herhaal de kleuren, daardoor krijg je eenheid in je werk. Het blauw van het kommetje komt namelijk nergens terug. Toch past het erbij. Het wit en roze in de bloemvormpjes komt op verschillende plaatsen terug. Door het blauw te isoleren wordt het naast de Engelse drop de tweede blikvanger in het werk, na de flits van de leesrichting. Het spelen met deze schilderkunstige gegevens vind ik erg leuk en dat is de reden waarom ik het schilderde. Het schilderij past in een serie van drie stillevens. Met dit werk wil ik de schoonheid van de vormen en kleuren in een overwogen compositie laten zien,” licht Den Braber toe.HOE BELANGRIJK IS KUNST Hoewel Den Braber dagelijks met kunst bezig is, vertelt hij: „Kunst is onbelangrijk vergeleken met het ene nodige en dat is het zoeken van het Koninkrijk van God. Dat moet het belangrijkste in ons leven zijn. Kunst maken en bekijken kan een mens afhouden van de eeuwige dingen. Dat is één van de redenen dat ik een lange tijd geen beeldend werk maakte, ook omdat kunst een aspect van mensverheerlijking in zich heeft. Tijdens bezoeken aan galeries en beurzen liep ik daar tegenaan. Als docent tekenen verzwijg ik dit zeker niet voor leerlingen. Ook zij moeten weet hebben van deze aspecten.” Den Braber hoort nog weleens van zijn leerlingen: ‘Wat heb je nou aan kunst, niks toch?’ „Ik geef ze meestal eerst gelijk. Daarna wijs ik ze natuurlijk op het feit dat er prachtige werken zijn, waarvan je kunt genieten, zoals een mooi landschap of dreigende wolken. Kunst is iets wat je moet leren waarderen. Het aanleren hiervan is moeilijk als je er geen speciale antenne voor hebt,” volgens Den Braber. „Daarbij,” voegt hij toe, „is kunst een luxe product en geen eerste levensbehoefte!”VAN ZIEN NAAR MAKEN „Ik gebruik vaak olieverf bij het schilderen. Als ondergrond neem ik meestal geen linnen doek, maar een paneel,” vertelt Den Braber. „Een paneel heeft een veel gladder oppervlak dan een linnen doek. Dit maakt dat mijn schilderijen strakker worden. Voor mijn tekeningen gebruik ik alleen een HB-vulpotlood. Vooral door het zien van iets moois wat me verwondert, kom ik tot schilderen. Dat kan een coulisselandschap zijn, waarin je veel ziet van de natuur of een bijzondere wolkenlucht. Het is vooral kijken hoe mooi iets is en niet hoe spectaculair,” vervolgt Den Braber. „Elke start van een schilderij is hetzelfde. Dat is namelijk de verwondering over de schepping. Daarna komt het vakmanschap om de hoek kijken. Vragen als: ‘Hoe hoog komt de horizon? Hoe dik wordt die lijn? Welke kleuren gebruik ik om een verloop te krijgen?’ Die combinatie van kijken en werken daagt me steeds uit.” "Het schilderij heet Eigen weg, verboden toegang. Het is olieverf op paneel en meet 24x30 cm. Het is stil. Het opvallende bord met rood en wit steekt boven alles uit. Er is rust door de ingehouden kleuren, maar ook door de concentratie van vormen rond de horizon, verder is het leeg: winterse stilte.” Op de vraag waarom hij juist dit geschilderd heeft, antwoordt Den Braber: „Juist om wat er te zien is en wat me trof. Het schilderij past in een serie van drie winterlandschappen en laat vooral de schoonheid van de winter zien. Ik heb het schilderij niet bewust gemaakt met een Bijbelse strekking. Toen ik deze plek zag, vond ik het eenzame bordje met deze tekst wel grappig. Later toen het schilderij klaar was, bedacht ik: een mens kiest ook van nature zijn ’eigen weg’. Dat is de verkeerde weg, die doods is als de winter’. De kijker kan zelf ook op deze gedachte komen,” aldus Den Braber.BIJBELS Op de vraag of Den Braber er vaak een geloofsaspect in legt, antwoordt hij: „Nee, beslist niet. Na de kunstacademie heb ik een tijd puur abstract gewerkt. Maar dat hield ik niet vol. Ik miste vooral het werken naar de waarneming. Ik vind het autonome karakter, kunst om de kunst, gevaarlijk. Dat is heel aards. Ik heb moeten leren dat kunst niet autonoom kan zijn, terwijl dat op de academie juist geleerd werd. Dat is niet ons levensdoel hier op aarde. Alles is onderworpen aan de HEERE, ook de kunst. ‘Wijdt Hem uw kunst,’ zingen we in Psalm 33. Wie zou daartoe in staat zijn? Dat besef bracht mij tot de stijl die ik nu hanteer.” Den Braber vertelt dat hij een keer het verzoek kreeg om de hemel te schilderen. „Ik weigerde toen. Paulus schrijft: ’Hetgeen het oog niet heeft gezien, en het oor niet heeft gehoord, en in het hart des mensen niet is opgeklommen, hetgeen God bereid heeft, dien Die Hem liefhebben’ (1 Kor. 2:9). Daarmee verwijs ik ook naar Zondag 35 van de Heidelbergse Catechismus, vraag en antwoord 96, 97 en 98. „Een schilderij mag niet tussen het Woord zitten. Dat is ook de reden waarom ik geen kunstwerk voor een kerkgebouw maakte, toen mij dat gevraagd werd.” Graag verwijst de kunstschilder nog naar Deuteronomium 4:16. Daar gaat het over beelden. „De kanttekeningen noemen hier terloops het bescheiden karakter: ’Want dit gaat het burgerlijk, nodig en matig gebruik van schilderijen, statuten, kaarten, munten, enz., niet aan, (…).’ Ook dit druist tegen het autonome karakter van veel kunst in. Mijn inziens moet kunst een bescheiden plaats innemen. Dit neemt niet weg dat ik veel plezier beleef aan schilderen. Ik hoop dat dit schilderplezier te zien is in mijn werk.”EXPOSITIE In het Gemeentehuis te Roosendaal is D.V. 28 november tot en met 23 december 2011 een expositie. Behalve het werk van Kees den Braber is er ook werk te zien van kunstschilder Jan van den Berge. Beide kunstschilders zijn lid van KORF. Voor informatie:www.korfinfo.nl www.keesdenbraber.nl Reformatorische kunstenaars. KORF ontstond in 1999. Deze naam is pas later bedacht. KORF staat voor Kunstenaars op Reformatorisch Fundament. Cees Kok (amateurschilder) en illustrator Adri Burghout hebben contact gezocht met mensen met een reformatorische achtergrond die zich professioneel of hobbymatig bezighouden met tekenen en schilderen. De leden van KORF komen drie keer per jaar samen om met elkaar te praten en om hun werken te bespreken. Omdat de vereniging van het begin af al erg divers was, zijn de leden later verdeeld in drie secties: professionals, semiprofessionals en amateurs.